Allez. Retour?

Terwijl je dit leest, zijn we druk bezig met de voorbereiding van  Pardon Service. Onze nieuwe voorstelling is tevens het theaterluik van ‘Vamos Vacaturos’. Met dit project wil de provincie West-Vlaanderen een aantal clichés rond arbeid en migratie in onze regio doorprikken. En tegelijk roept het ook nieuwe vragen op. In aanloop naar onze voorstelling duiken we alvast dit boeiend en razend actueel thema in met Vanessa Debruyne en Samira Bendadi.

Vanessa Debruyne en Samira Bendadi

Al decennia lang komen mensen van overal in de wereld in onze regio terecht. Allemaal met hun reden, hun verhaal. Allemaal trachten ze hier een nieuw leven op te bouwen. Daarbij is het vinden van werk heel belangrijk. Vaak lukt dat. Al is het maar omdat men in best wat sectoren moeite heeft om genoeg ‘echte’ Vlamingen te vinden. Vaak lukt het ook niet. De redenen voor succes en malchance zijn velerlei, clichés en vooroordelen tieren welig. Maar dat ‘het allemaal profiteurs zijn’ is dus niet waar. En dat ‘nieuwkomers die het willen maken, het ook kunnen maken’ is ook niet waar. Wat dan wel?

We gaan op zoek naar antwoorden met Vanessa Debruyne en Samira Bendadi. Vanessa interviewde voor Vamos Vacaturos tientallen arbeidsmigranten van vroeger en nu, van seizoenarbeiders over grensarbeiders tot West-Vlaamse bedrijfsleiders. Samira Bendadi schrijft voor MO* over diversiteit in eigen samenleving en de regio Noord-Afrika.

Om te beginnen. ‘Migratie’ is een containerbegrip. Wat precies is arbeidsmigratie?

Vanessa: “Strikt genomen zijn arbeidsmigranten mensen die naar België zijn gekomen of komen met een arbeidscontract op zak. De meest gekende golf is die van de jaren zestig en begin de jaren zeventig, toen we massaal werkkrachten nodig hadden door onze snelle economische groei. Wist je dat in die tijd vacatures werden ingesproken op audiocassetjes? Die werden dan opgestuurd naar Marokko of Algerije.”

Samira: “In 1974 werd de arbeidsmigratie officieel stopgezet. Door de oliecrisis was de werkloosheid bij ons erg toegenomen. Het was absurd dat men mensen uit het buitenland ging halen om hier te werken.”

Vanessa: “Toen in de jaren tachtig de economie weer aantrok, probeerden werknemers in hun bedrijf wel weer jobs te regelen voor vrienden of familie. Ondanks de arbeidsmigratiestop was er altijd wel een manier om hen naar hier te halen. Bedrijven rekruteerden zelf minder actief in het buitenland. Die wilden hun vacatures gewoon zo snel en zo goedkoop mogelijk ingevuld zien.”

Samira: “Mensen bleven ook komen, zelfs zonder concreet uitzicht op werk. Ze kwamen ons land binnen via sportclubs die hier kwamen spelen, als politiek vluchteling, of illegaal. Ook opvallend is hoe na 1974 de migratie heel erg is vervrouwelijkt. In het begin kwamen vooral mannen, later ook hun vrouwen, via gezinshereniging. Er kwamen ook meer mensen illegaal naar hier, onder wie heel wat vrouwen.”

Vanessa: “Velen komen als politiek vluchteling maar zijn eigenlijk arbeidsmigranten. Ze komen uit een conflictzone en trachten bij ons een nieuw leven op te bouwen.”

Samira: “Ja, je kan dat niet uit elkaar halen. Oorlog hangt samen met uitzichtloosheid. Ter plekke valt de economie stil, mensen gaan op zoek naar een beter leven. En het is nu eenmaal zo dat het hier meestal beter leven is. Daarom komen ze naar hier. En om hier bestaanszekerheid te hebben, heb je werk nodig. Dus komen ze werken.”

Vanessa: “Sinds de Europese Unie is er een groot verschil tussen Europeanen en niet-Europeanen. Zo zijn er vandaag veel camionchauffeurs die bijvoorbeeld in Oost-Europa werken voor een onderaannemer van een Belgisch bedrijf. Dat zijn gewoon Europese werknemers, geen arbeidsmigranten of economische vluchtelingen.”

Zijn er eigenlijk veel mensen van de eerste generatie teruggekeerd naar hun land van herkomst?

Samira: “De meesten zijn hier gebleven. En wie teruggaat zijn meestal mannen die het hier niet meer zien zitten, of die op pensioen gaan.”

Vanessa: “Met het pensioen dat je bij ons bij elkaar hebt verdiend, kan je vaak in je thuisland een mooiere oude dag hebben dan hier.”

toen waren het nog ‘gastarbeiders’

Samira: “Ja, maar het psychologische element weegt zwaarder dan het financiële. Men voelt zich gewoon vaak beter thuis in het land van herkomst, zelfs al woont men hier al heel lang. Eens op pensioen, wil met zijn laatste jaren vaak daar doorbrengen. Maar het is een tweestrijd. Vaak zijn de familiebanden door de tijd verwaterd. Of de vrouw volgt niet, of maar voor even. Want de kinderen zijn hier, ze wonen en werken hier, ze hebben zich geïnstalleerd. Teruggaan, dat leeft niet bij hen. Er is geen ‘terug’. Er zijn dus veel scheidingen. Niet op papier, maar in realiteit. Vaak komt de man dan ook terug. Eigenlijk staan die families, vooral mensen van de eerste generatie, met één been in beide landen. Dat houdt niet op. Heen en weer.”

Vanessa: “Het thuisland wordt ook vaak geromantiseerd. In de herinnering wordt het alsmaar mooier, zonniger, de koekskes, het brood, alles is er lekkerder… Soms is de teleurstelling groot. Want dat land evolueert natuurlijk ook.”

Hoe moeilijk is het de dag van vandaag om bij ons werk te vinden voor iemand met een migratieachtergrond?

Vanessa: “West-Vlaanderen kent een heel lage werkloosheid. Als arbeider een job vinden is niet zo moeilijk. Ik sprak met een jongen die op zijn achttiende als vluchteling naar ons land is gekomen en intussen in de bouwsector werkt. Volgens hem was de Nederlandse taal de sleutel tot succes. Daarna ging het bij wijze van spreken vanzelf. Anderzijds sprak ik ook met iemand die op Howest de carrière van studenten met een migratieachtergrond had gevolgd en vergeleken met die van autochtone jongeren. De uitkomst was enorm teleurstellend. Studenten met een migratieachtergrond raakten moeilijker aan een stage, hadden een mindere eerste job…”

Samira: “Ik merk dat als commerciële ketens mensen van een andere origine tewerkstellen, ze toch voorkeur geven aan Europeanen boven Marokkanen of Turken. Zelfs al is hun Nederlands slechter. Als er geen alternatief is, zal men kiezen voor een Noord-Afrikaans meisje. Maar dan liefst zonder een hoofddoek. Tenzij meer en meer klanten in de winkel een hoofddoek dragen. Dan krijgt het meisje met de hoofddoek een kans.”

Vanessa: “Veel bedrijven willen wel diversifiëren hoor. Maar als ze iemand aanwerven, is het vaak iemand die ‘lijkt’ op de andere werknemers en ‘past’ bij het bestaande team. Dat is niet altijd bewust.”

Het is dus ook moeilijk hogerop klimmen?

Samira: “Wie vecht, zal er wel geraken. Maar velen blijven onder hun mogelijkheden werken. Die doorstroming is echt wel een probleem, zowel bij nieuwkomers als oudkomers.”

Vanessa:“Dat bleek ook uit een studie rond diversiteit binnen het jeugdwerk. Er werken heel wat hulpverleners met migratieachtergrond in die sector, maar ze worden geen leidinggevenden.”

Samira: “Tegelijk is iets als de integratiesector een beetje de voornaamste werkplaats voor heel veel allochtonen, met heel diverse diploma’s. In die sector is etnische achtergrond voordelig, bijvoorbeeld omdat je een bepaalde taal spreekt. Maar jammer genoeg blijven de meesten erin hangen, en vindt slechts een minderheid de weg naar andere sectoren. Er wordt veel te veel met veronderstellingen gewerkt. Iemand kon geen teamleider worden omdat de baas bang was dat het team dat niet zou aanvaarden – wat dus niet bewezen is hé! En dus niet omdat hij niet over de capaciteiten beschikte. Onze arbeidsmarkt blijft moeilijk terrein, zelfs voor hoogopgeleiden. Ik ken een dame die een master biologie heeft gehaald aan een Belgische universiteit. Ze geeft nu Arabische les in een moskeetje. Ben Driss, een psycholoog en psychotherapeut die al jaren met mensen met een migratieachtergrond werkt in Brussel, zegt dat een poetsvrouw of een arbeider soms sneller werk vindt dan iemand met een hoog diploma. Want, zegt hij, als hoogopgeleide heb je toegang tot kennis, en dat is problematisch. Omdat je op die manier aan de macht raakt. Veel samenlevingen klappen dan dicht. Dat is niet alleen hier het geval, dat is overal zo.”

En dan keert men terug?

Samira: “Binnen deze groep hoog opgeleiden, keren een aantal mensen dan terug. Dat is niet massaal, maar wel een trend. Slechts een kleine minderheid keert terug naar hun land van herkomst. En als ze dat doen, is het om een zaak op te starten. Anderen gaan naar elders, naar Dubai of de Verenigde Staten, om er voor een bedrijf te werken.”

Zijn er ook laaggeschoolden die terugkeren?

Samira: “Neen! Je bent beter laaggeschoolde arbeider hier dan in Noord-Afrika. Je bent hier zelfs beter af als je werkloos bent, dan daar als poetsvrouw. Ons sociaal systeem vind je nergens in de wereld.”


interview Joon Bilcke

www.mo.be