HOU JE BEK EN… LUISTER

Wie wil luisteren moet eerst horen, weet Linda Dedeurwaerder.

+++

Als je aan mij zou vragen welk van onze zintuigen ik het belangrijkste vind, dan twijfelde ik geen minuut: het horen. Wellicht omdat ik er beroepsmatig veel mee te maken krijg en dus wel een en ander weet over de gevolgen van het te moeten missen. Laat me jullie even meenemen in de boei­ende wereld van het gehoor!

Kleine potjes hebben grote oren

Een Chinees kan de klank ‘r’ niet produceren. Daar worden grapjes over gemaakt die al lang niet meer grappig zijn. Het heeft niets te maken met de motoriek van de tong, maar wel alles met het feit dat die klank niet voorkomt in het Chinees. Leren ze op latere leeftijd Nederlands, dan zal dat wel luk­ken, maar dié klank produceren wellicht niet. Laat je echter aan een Chinese baby de klank ‘r’ regelmatig horen, bij­voorbeeld door er Nederlands tegen te praten, dan zal die de klank later wel kunnen produceren. Voor de leeftijd van zes maanden kan elke baby uitgroeien tot een persoon die alle mogelijke klanken kan uitspreken, als ze die voldoende te horen krijgen. Daarna wordt dat moeilijker.

Zoals iemand die een ledemaat moet missen daar toch nog pijn kan aan voelen – fantoompijn – bestaat er ook zoiets als fantoomhoren. De hersenzenuw geeft een signaal dat er iets gehoord wordt, terwijl er geen geluid binnenkomt. In veel gevallen is dat bijzonder storend en er is ook weinig aan te doen. Slechthorende of dove personen hebben er heel vaak last van. Maar in een enkel geval is het ook eerder grappig: zo ken ik iemand die steevast in slaap valt met het geluid van klokken.

Een goed gehoor is een voorwaarde om niet alleen een spreektaal maar ook sociale vaardigheden te leren. Hoe spreek je iemand aan, wat zeg je en wat beter niet, hoe los je een ruzie op, … Deze zaken leert een kind voor een groot deel door mee te luisteren naar gesprekken van volwasse­nen. Het gezegde ‘kleine potjes hebben grote oren’ is zeker van toepassing. Ongeschreven regels van de sociale omgang pikt een kind op die manier onbewust op. Het verklaart ook de culturele verschillen die op het vlak van sociale regels bestaan – ze zijn bijlange niet zo universeel als ze wel lijken.

En de winnaar is…

Er zijn nog wel verrassende zaken uit de communicatie die cultuurgebonden blijken. Recent is taalkundig onderzoek verricht naar het belang en de rol van stiltes in gesprekken. Uit ondervinding weten we allemaal dat eventjes pauze­ren voor een of andere bekendmaking de aandacht van de luisteraar verscherpt en gewicht toevoegt aan de bood­schap. Het moment tussen ‘en de winnaar is…’, het openen van de Award-enveloppe en het lezen van de inhoud ervan. Maar ook in groepsgesprekken bestaat er zoiets als wis­selpauzes. Door te luisteren naar elkaar, naar de inhoud maar ook de zinsmelodie, bepaal je wanneer het jouw beurt is om iets te zeggen. Een vaardigheid die meer oefening vergt dan je zou denken. Een kind is daar bijvoorbeeld nog

niet aan toe – ‘wacht eens, mama is aan ’t praten met je juf’, herkenbaar toch? Taalkundig onderzoek wijst uit dat die wissel­pauzes grote cultuurverschillen kennen. In de Nederlandse taal is de gemiddelde duur van een pauze tussen gesprekspartners 108 milliseconden. Wij beslissen dus vrij snel dat het nu onze beurt is om in te pikken op een gesprek. In het Deens is dat 469 milliseconden, in het Japans 7 milliseconden. Je kan je inbeelden dat dergelijke verschillen wel eens voor misverstanden kunnen zorgen in een internationaal gezelschap. Een Japanner vindt dat het toch wel erg lang duurt voor zijn Deense compagnon reageert op een gespreksthema, en vermoedt dat die er maar bij zit voor spek en bonen. Omgekeerd vindt diezelfde Deen zijn Japanse con­frater dan weer opdringerig en druk, zo door alles heen pratend. Vooroordelen, ze loeren soms wel heel snel om de hoek.

Maar ook stilte als antwoord op een vraag is cultureel bepaald. In Japan betekent het ‘ja’, zwijgen is goedkeuren. In het Igbo, een taal uit Nigeria, betekent zwijgen afwijzen. Handig om weten als je van plan bent een huwelijksaanzoek te doen.

De grote kunsten van de conversatie

Dat woorden die niet gezegd worden vaak een grote impact heb­ben, toont tenslotte het volgende feit aan. Uit ervaring weten we allemaal dat te veel uitleg geven op de zenuwen van de toehoor­der kan werken. Wil je een punt maken, dan stop je best op tijd met je uiteenzetting. De woorden uitspreken die de luisteraar wel zelf kan bedenken, daar houdt niemand van. Dat fenomeen heeft een naam: het ‘Ikea-effect’. Iets zelf in elkaar knutselen geeft achteraf een veel bevredigender gevoel dan het kant-en-klaar aangereikt te krijgen. Dat zoiets niet voor mensen met twee lin­kerhanden geldt is misschien wel waar, maar in communicatie is het zeker zo. Dat je een conclusie zelf hebt kunnen trekken… enfin, ik heb al te veel gezegd.

De Romeinse redenaar Cicero wist het al: ‘Stilte is een van de grote kunsten van conversatie’. Mijn wens voor 2024 zou dan ook kunnen zijn: laat ons eens wat meer zwijgen, luisteren en plaats maken voor stiltes. Nu nog mijn omgeving hiervan over­tuigen, en samen zetten we de spreekwoordelijke gigantische stap richting Ideale Wereld.

Linda Dedeurwaerder

De Gazet