DE VOEDSELHERVERDELER

Laten we eens een open deur intrappen. Wereldwijd worden gigantische hoeveelheden voedsel verkwist. Ook bij ons. Tegelijk lijden veel mensen honger. Ook bij ons. Dat weet iedereen.En het is iedereen duidelijk wat er dus moet gebeuren: anders produceren zodat er minder overschotten zijn én er tegelijk voor zorgen dat minder mensen van voedsel verstoken blijven. Maar aangezien dit té verregaande systeemveranderingen vraagt, lijkt herverdelen van overschotten onder behoeftigen tot nader order het hoogst haalbare op lokaal niveau. The show can go on, enterde Voedselbanken en aanverwante.

Ook in onze regio draaien de verdeelsystemen van voedseloverschotten anno 2018 veel overuren. De vraag is groter dan tevoren, maar gelukkig is het aanbod dat ook. Voedsel dat anders wordt weggegooid, komt nu meer dan vroeger op het bord van wie er nood aan heeft. In Kortrijk fungeren de mensen van Food Act, een project van het OCMW, als verbindingsofficieren. Arnout Vercruysse coördineert het project.

Arnout: “Food Act staat voor Food en Activation. Het koppelt een voedselherverdelingsprogramma aan een tewerkstellingsprogramma. Er komen een aantal zaken in samen die ik even moet schetsen.”

Vers en divers

“In Kortrijk bedeelt het OCMW zelf geen voedsel. Dat komt omdat een aantal verenigingen dat al doen, en er dus geen nood is om daarbovenop een eigen bedeling op poten te zetten. In de plaats wordt er samengewerkt. Aan de ene kant worden de Kortrijkse voedselverdeelorganisaties bevoorraad door de provinciale Voedselbank. Dat is een groot magazijn in Kuurne waar van alles samenkomt. Je hebt er een groep vrijwilligers die hun contacten in de industrie aanspreken om grote loten ter beschikking te stellen. Paletten speculaas via Lotus, kilo’s ingevroren kalkoen via Volys Star, noem maar op. Grote hoeveelheden dus, maar weinig gevarieerd. Ook vanuit het Europees voedselhulpprogramma komt daar een en ander binnen. Dat programma heet FEAD (Fund for European Aid to the Most Deprived), zat vroeger bij landbouw (voor de verdeling van de melkplas en de boterberg) en nu bij sociaal beleid. FEAD schrijft gigantische aanbestedingen uit waar bedrijven uit de hele wereld kunnen op intekenen. Het is een zot systeem. Misschien herinner je je de crisis rond Oekraïne, toen Europa geen peren en appels meer mocht uitvoeren naar Rusland, waardoor we hier een gigantisch overschot hadden. Op hetzelfde moment had een Chinees bedrijf de goedkoopste offerte voor een gigantische bestelling fruitcocktail van het FEAD. We verdeelden dus fruitcocktail uit China onder mensen in armoede in Europa, terwijl onze eigen boeren hun appels en peren aan de straatstenen niet kwijt raakten. Enfin, de lidstaten zorgen voor de verdeling van al deze goederen. Bij ons gebeurt dat ook via de provinciale Voedselbank. Er is ook nog een derde aanvoerlijn. In de REO Veiling in Roeselare, een van de grootste van de streek, blijven dagelijks tonnen groenten en fruit onverkocht, vaak omdat de gevraagde prijs niet wordt gehaald. Ook een groot deel van die overschotten komt bij de provinciale Voedselbank terecht. Maar je voelt dus wat het probleem is: het gaat steeds over grote hoeveelheden, en weinig variatie. Hele paletten speculaas, tonnen prei en fruitcocktail.”

“Dat was ook wat een paar jaar geleden uit een bevraging van de voedselverdeelorganisaties in West-Vlaanderen bleek. Er was grote nood aan een meer divers aanbod, ook van vers voedsel zoals groenten en fruit. Tegelijk was er binnen de federale overheid een programma opgestart voor het activeren van mensen, specifiek binnen het thema voeding. In Kortrijk hebben we beide met elkaar verbonden, en daaruit is Food Act ontstaan: met een groep leerwerknemers herverdelen we voedseloverschotten op lokaal vlak.”

Schemaatjes maken

“Eigenlijk is dat gewoon schemaatjes maken. Wie heeft wat over en wie kan wat gebruiken? We polsten bij lokale handelaars, van bakkers over warenhuizen, waar er overschotten waren die mee in het aanbod van de voedselbedeling konden. Zo is die veel meer vers en divers geworden. Het gaat over groenten en fruit, maar ook over chocolade en snoep, yoghurt, … Daarnaast keken we ook welke andere organisaties we konden helpen. Zo kwam ik bij de Unie terecht. Want jullie hadden de kookavonden maar kookten bijvoorbeeld ook voor de repetities. Andere zijn buurtwerkingen, scholen – zo kunnen die ervoor zorgen dat kinderen met een lege boterhamdoos toch iets te eten krijgen. De enige voorwaarde is dat wat we ophalen gratis wordt verdeeld en bestemd is voor mensen in armoede.”

“Eigenlijk waren we het eerste distributieplatform in Vlaanderen dat lokale voedseloverschotten herbestemt naar organisaties die werken met mensen in armoede. Intussen worden we links en rechts voorbijgestoken. En zelf kunnen we zeker nog uitbreiden. Aan de vraagzijde denk ik aan scholen of organisaties als Kind en Gezin, … En aan de aanbodzijde wordt nog steeds veel weggegooid. Maar de grootste kansen liggen in een regionale opschaling. Een grote handicap is wel dat we geen eigen opslagplaats hebben, wij halen op en brengen direct rond. Daar zouden dus wat bijkomende middelen nodig zijn, net als voor werknemers, weegschalen, koelcellen… Het is een keuze die de volgende legislatuur kan maken.”