DE LEVERANCIER

Vic Demeester is milieu-expert bij Colruyt, een van de grote supermarkten die met de Voedselbanken samenwerken.

Doen jullie dit al lang?

“We werken al samen met de Voedselbanken sinds 1997. Tot vier jaar geleden gebeurde dat vanuit ons distributiecentrum in Halle, waar onze winkels hun onverkochte goederen heen stuurden. Daar werden ze ingezameld door de Voedselbank van Vlaams Brabant. Maar dat was organisatorisch omslachtig, en het leek ons zinniger om alles lokaal te gaan organiseren.”
“We testten dit in 2015 uit met drie winkels in Wallonië en dat liep heel goed. Een jaar later schaalden we op tot 15 winkels en gingen we samenwerken met de Belgische Federatie van Voedselbanken. Met hen maakten we de afspraak om dat te doen volgens vraag en aanbod. Voor ons zou het makkelijk zijn om voor elke winkel een organisatie te zoeken die alle onverkochte goederen komt ophalen en vervolgens zeggen, trekt uw plan ermee. Maar dan verleggen we het afvalprobleem naar de Voedselbanken, maar dat is niet hun probleem.”

Hoe gaat het dan in zijn werk?

“De Voedselbanken laten ons weten wat de vraag is en wat ze logistiek aankunnen. Wij zoeken dan welke winkel het meest geschikt is om hieraan te voldoen. ‘s Morgens tussen half negen en negen, als er nog weinig volk is in de winkel, staat alles klaar op een kar. Een verantwoordelijke gaat mee naar de kassa, drukt de nodige attesten af en op vijf minuten sta je terug buiten, toch met een redelijke hoeveelheid goederen. Door lokaal te werken kunnen we ook verse groenten en fruit meegeven. Geen enkele klant koopt in de winkel een bloemkool die een beetje bruin ziet, maar je kan die nog perfect aan mensen geven die geen centen hebben om eten te kopen.”

Klopt het dat de vraag naar producten blijft toenemen?

“De vraag neemt duidelijk toe. In 2014 verdeelden we in heel België 251 ton, in 2017 zaten we tot en met november al op 1.670 ton.”

Maar jullie zullen toch niet expres overschotten maken om de vraag van de Voedselbanken te kunnen volgen?

“Natuurlijk niet. Maar er is nog potentieel in de bestaande winkels. En we kunnen het aantal winkels nog uitbreiden.”

Heb je niet soms het gevoel deel uit te maken van een systeem dat armoede in stand houdt?

“Ja en nee. We mogen niet blind zijn voor de realiteit dat er mensen zijn die helaas zelfs in onze verzorgingsstaat uit de boot vallen. Wij willen onze bijdrage doen om die mensen min of meer een normaal leven te bezorgen. Dat staat los van het feit dat het de taak van de overheid is om ervoor te zorgen dat mensen voldoende inkomen hebben om eten te kopen. Ons ideaalbeeld is dat wij geen voedsel meer moeten wegschenken. Dat zou niet alleen betekenen dat in België iedereen in staat is om gezonde voeding te kopen. Als iedereen eten zou kopen in onze winkel dan zou ons geld opbrengen wat ons nu geld kost. Want laat het duidelijk zijn, we verkopen liever eten dan dat we het moeten wegschenken. Maar we hebben nu eenmaal voedseloverschotten, we kunnen er maar beter iets zinnigs mee doen.”