Vroege ochtend. Michael ontwaakt. Hij weet even niet meer waar en wie hij is. Hij staart naar boven en kijkt in het rond. Het voelt vreemd en mysterieus aan. Is er wel iets? Plots hoort hij geluiden van buiten: de wind, vogels, een hond, een vliegtuig, een auto… Vrolijke en vreselijke geluiden mengen zich met elkaar. Dan herkent Michael ze, hij heeft ze eerder al gehoord. Hij is op zijn plaats, vanwaar hij fantaseert over de toekomst en dingen die hij zou willen zien gebeuren.

Rebels

Beneden in huis maken mensen lawaai en praten ze door elkaar; het zijn de gezinsleden. Het besef komt terug, hij voelt zich nu op zijn gemak. Hij kan nog even blijven liggen, maar straks moet hij toch terug naar hen. Ze leven samen in een soort democratie, waarin er voor elkaar gezorgd wordt, maar waar vooral zij, de ouderen, de wetten bepalen – wetten die zij ook mee hebben gekregen. Hij heeft nog niet zoveel in te brengen, vanwege zijn leeftijd.

Aan tafel mag er tijdens het eten niet gepraat worden, en moet hij zijn vork links en zijn mes rechts houden. De hond krijgt geen eten aan tafel, de radio staat aan, de tv nog niet. Wie heeft dit allemaal bedacht? Ach, niet zo erg, meestal is het toch niet zijn keuze op tv en radio, en er is veel censuur door de overheid. Die is gekozen door de volwassenen, die zich op hun beurt ook moeten houden aan wetten die ze niet altijd leuk vinden. Hij hoort ze er wel eens over discussiëren, maar hij begrijpt er niet veel van. Misschien moet hij later ook in de politiek gaan, dan kan hij helpen om wat zaken te veranderen.

Op school zijn er ook allerlei regels die hij soms overtreedt, die hij onrechtvaardig vindt. Waarom mag hij niet praten wanneer hij dat wil? Hij vindt het vreemd: een straf als je praat en een beloning als je zwijgt. Is dit dan wel democratie? Intussen zijn enkele gezinsleden andere oorden gaan opzoeken, waar ze denken dat het beter zal zijn. Ze zijn rebels en proberen zich te verzetten tegen de wetten die er zijn.

Op een koude winterdag leest Michael in de krant over de oorlog, over een dictator die samen met anderen allerlei verschrikkelijke dingen doet. De oorlog is al lang geleden en zal vast nooit meer terugkomen. Op tv ziet hij beelden van andere werelddelen waar armoede heerst. Het maakt wel indruk op hem, maar honger heeft hij nog nooit gekend. In zijn eigen gedachten, omringd door liefde en wetten die echt wel meevallen, voelt hij zich veilig. De democratie in huis wordt beter, want men heeft gerebelleerd. Hij kan nu mee profiteren en zal ook hoe langer hoe meer mogen inbrengen voordat hij zijn eigen democratie zal opbouwen. Intussen keren de rebellen op hun stappen terug. Ze hebben ingezien dat het opzetten van een eigen democratie helemaal niet zo gemakkelijk is. De generatiekloof speelt een rol.

Mars

Op de radio maakt Michael nu zijn eigen keuze en hoort hij The Eve Of The War. Het nummer is democratisch gekozen in een battle. Het staat nu op nummer 1.000 in een lijst. De andere liedjes hebben het niet gehaald, maar worden ook gedraaid buiten de lijst, en zo is iedereen tevreden.

Het lied van Jeff Wayne, waardoor Michael zich in een andere dimensie voelt, gaat over The War Of The Worlds, een roman van H.G. Wells die als hoorspel op 30 oktober 1938 werd uitgezonden op de Amerikaanse radio. De bevolking dacht toen echt dat er een invasie was van marsmannetjes en sloeg hysterisch massaal op de vlucht, bang dat hun democratie bedreigd werd en ze zich er niet tegen zouden kunnen verzetten.

Michael gelooft niet in reizen naar Mars. Ze tonen ook maar wat op het scherm, denkt hij, net zoals in het hoorspel. Michael denkt ook wel eens dat alles rondom hem een opgezet spel is en dat hij door iedereen onder controle staat. Net zoals in de film The Truman Show. Hij heeft zijn bedenkingen bij wat er allemaal gebeurt en zou gebeurd zijn.

Diezelfde Amerikanen, die wél hadden geloofd in marsmannetjes, hebben ervoor gezorgd dat zijn grootouders zijn bevrijd van de oorlog waarover hij heeft gelezen. Er ontstond een koude oorlog met Rusland. Zij waren ook op weg om hun eigen democratie verder uit te bouwen en zich te bevrijden van die verschrikkelijke dictator. Ergens komen ze elkaar tegen en wordt er een bestand gesloten. Michael denkt soms nog aan een fictieve Nikita uit een lied, die achter het IJzeren Gordijn zat, totdat dit ook viel omdat de bevolking zich ertegen heeft verzet en af wou van alweer andere dictators. Ze dachten ook dat het aan de andere kant wel beter zou zijn. Toch zouden ze enigszins teleurgesteld worden en soms met heimwee terugdenken aan vroeger.

Manon

Michael denkt nu vooral aan Manon, die eerder zijn democratie is binnengedrongen. Hij is blij met haar, want ze is een verrijking voor hem. Hij is zeker bereid om zich wat aan te passen, zodat ze samen verder kunnen. Zo werkt het toch, denkt hij, als hij ook zichzelf verder kan ontplooien.

Zij is werkelijkheid en geen fictie, maar zit nu wel werkelijk achter een ijzeren hek. Ze heeft ook gerebelleerd tegen dingen die ze onrechtvaardig vindt, misschien te heftig. De kinderen van Manon zijn weg uit haar leven, en ze heeft zich daar hevig tegen verzet. Maar er is hoop, haar kinderen denken aan haar en willen haar vast en zeker terug in hun democratie. Waar ze verblijft voelt het als een dictatuur, waar ze alles moet doen wat ze zeggen. Alleen dan mag ze terug naar de democratie die haar daar geplaatst heeft, met nog steeds wetten waar ze zich aan moet houden.

Michael mag er toch vaak binnen. Ze zijn er aardig voor hem, maar het is er verschrikkelijk, vooral voor Manon. Ze worden samen bespied door camera’s, behalve die enkele keren dat ze alleen zijn, maar toch is er iemand dicht in de buurt die een oogje in het zeil houdt. Hij hoopt iedere keer als hij het ijzeren hek achter zich laat, dat ze mee mag komen naar zijn democratie. Het frustreert hem enorm dat het zo lang duurt, en het maakt hem kwaad, omdat andere mensen minder streng worden gestraft voor soms ergere zaken. Maar hij probeert rustig te blijven, want anders zouden ze hem misschien ook vastzetten, en dan kan hij niets meer betekenen voor haar.

Onderweg terug naar huis ziet hij allemaal verwezenlijkingen, dingen waar hij vroeger over had gefantaseerd. Hebben ze dit allemaal voor hem gedaan? Overbodig, want zoveel heeft hij echt niet nodig, ook al heeft hij mee actie gevoerd voor een betere samenleving, een samenleving waarin Manon opnieuw zou kunnen meedraaien.

Duizenden auto’s, mensen die in hun eigen democratie rondrijden… Het ergert hem mateloos dat velen zich niet aan de regels houden. Moet alleen hij dit doen, moet alleen hij luisteren, moet hij misschien ook meer rebelleren en toch maar vastzitten?

Michael denkt opnieuw dat hij in de gaten wordt gehouden, want hij ziet veel meer mensen om zich heen dan vijftig jaar geleden. Of zouden die beelden dan toch waar zijn? Zijn er veel mensen op de vlucht voor honger en oorlog en bestaan er echt klimaatvluchtelingen? De samenstelling van de bevolking ziet er inderdaad wat anders uit, diverser, maar hij ziet dit eerder als een verrijking. Moet hij dan toch bang zijn voor alles wat er gebeurt in de wereld? Is zijn democratie, waarin hij Manon wil beschermen, bedreigd?

Intussen keert hij nog eens terug naar de oude democratie waar bijna iedereen is weggebleven of gestorven, waar de hond nu wel eten aan tafel krijgt. Hij houdt zich eraan het niet te doen. Hij valt alleen in slaap, voelt zich veilig in een droom waar hij dictator is en er kan voor zorgen dat iedereen het goed heeft, hij is terug op de plaats waar hij alles naar zijn hand kan zetten!

Marino Coolsaet