WORDT VERVOLGD

In de jaren zeventig had iedere familie wel een uitverkorene. Ook in de mijne was dit het geval. Julia werd zuster Germania, Julia werd tante nunne. Julia werd een nieuwe identiteit aangemeten om als dusdanig een aan God gewijd leven te kunnen leiden.

Tante nunne

Zonde van de tijd die Cyriel en Marie gestoken hadden in de zoektocht naar een naam voor hun dochter. “Wa peins je Cyriel, Julia is toch ne schonen naam é, Cyriel? ‘Julia, kom ier!’” “Joat Marie da klinkt heel goe.”

In die tijd was de Oostendse Langestraat een aaneenschakeling van cinema’s, dancings en cafés. Het losbandige, kleurige leven in de uitgaansbuurt had enige compensatie nodig, wat gebeurde in de vorm van vroom gebed. Zuster Germania had deze taak op zich genomen en dat heeft toch een zekere impact gehad, gezien de uitgangsbuurt in de Langestraat heden ten dage niet zo veel meer voorstelt.
Een rustige strandwandeling langs het zeewater of een gokje wagen in het Casino Kursaal zat er niet in voor zuster Germania. Ze had haar handen vol met het prevelen van zuiveringsgebeden ten voordele van de Langestraat. In de weinige tijd die ze vrij had recycleerde ze oude stoffen tot decoratieve afbeeldingen van Jozef en de heilige Maria. Ook de heks die aan iedere schouwmantel van de familie Bossuyt op een bezemstok aan een draadje hing te bengelen, was een creatie van de hand van zuster Germania. Vanwaar haar keuze voor de heks zal voor mij altijd een raadsel blijven.

Bij de aankondiging van een museumbezoek door mama of papa is het enthousiasme bij de kinderen al weg alvorens ze er zijn aangekomen. Een bezoek aan een heksenmuseum daarentegen kan wel op enige bijval rekenen. Voor mezelf is een museumbezoek of tentoonstelling niet alleen een aangename ontsnapping aan een drukke straat, het geeft mijn hersenen ook zuurstof. Meestal, zoals in The Museum of Icelandic Socery & Witchcraft in Strandagaldur, Ijsland, is een heksenmuseum luchtig. De folklorefiguur wordt afgebeeld als een magere oude lelijke vrouw met een puntige neus voorzien van een kleurrijke wrat, en een puntige hoed bovenop haar onverzorgde grijze lange haren. De magie, de rituelen, de vloeken, de zwarte kat, ze komen uitvoerig aan bod. Achteraf kun je in de shop uw Ijslandse Kronen wisselen in waardevolle prullaria, pendels, runen, wierook, heksenfiguurkaarsen al dan niet met een geurtje. Dit alles voorzien met een touwtje, om aan de schoorsteenmantel te bevestigen. Vervolging en moord komen ergens in een klein hoekje aan bod. De kinderen komen blij en opgelucht buiten. Meestal.

Highway to hell

Maar het kan ook anders. Vardo, Noorwegen, Steilneset Memorial. De poort naar de hel lag volgens de overlevering in het noorden, vandaar dat noorderlingen meer geneigd waren tot hekserij. Een 120 meter lange houten constructie, bespannen met wit zeil. Binnenin een lange donkere gang. 91 kleine lichtjes staan voor evenveel kleine venstertjes. 91 symbolische lichtjes voor de mensen die vermoord zijn op verdenking van tovenarij. Was de heks aan de schoorsteenmantel dan ook een soort eerbetoon?

Het leven had mij nog niet veel geleerd over de historie rond heksen. Het monument in Vardo trok mijn aandacht. Wie of wat waren die heksen? Waarom werden ze vervolgd en vervolgens zonder bewijs vermoord? Na veel lectuur kwam ik tot de ontluisterende vaststelling dat de antwoorden op mijn vragen eigenlijk heel simpel waren.

In die tijd (1450-1750) kon men voor veel gebeurtenissen geen verklaring geven. De wetenschap stond nog in zijn kinderschoenen. Een hevige storm waarbij vissers het leven lieten, een pokkenepidemie, een mislukte oogst, ziektes en dood, bedreiging door andere stammen. Alle waren een vruchtbare grond voor angst en achterdocht. Vandaar dat een niet te verklaren gebeurtenis de aanleiding kon zijn tot het ontstaan van een gerucht. Het gerucht werd gevoed door roddels, haat, nijd en achterklap en werd uiteindelijk een officiële beschuldiging.

“Wat, ik?”
– “Het kan niet anders dan dat jij een relatie hebt duivel, jij bent de schuld van alle onheil die ons overkomt.”
“Wat, ik?”
– “Jij bent een heks, zoveel is zeker!”
“Wat, ik?”
– “Als heks ben jij verantwoordelijk voor de dood van 40 zeelieden na de storm van afgelopen woensdag.”
“Wat, ik? Ik was gans de dag thuis.”
– “Was er iemand bij jou?”
“Neen, alleen mijn zwarte kat.”
– “Haha, voilà, overduidelijk, jij bent een heks.”
“Wat, ik?”
– “Ja jij, kom, geef maar toe.”
“Maar allez, ik?”

Zo simpel was het. De autoriteiten pakten je op en al je eigendom werd geconfisqueerd. Je werd erop gewezen dat indien je gewond geraakte, verminkt werd of stierf de verantwoordelijkheid bij jezelf lag. Bekende je niet, dan werd je gemarteld tot je laatste schreeuw. Bekende je wel, dan kreeg je meestal een stapel hout onder je voeten. De vooruitzichten waren al bij al niet te rooskleurig te noemen. En de onfortuinlijken van de willekeur waren meestal alleenstaanden, mensen die een beetje ‘anders’ waren, kwetsbaren.

Nieuwe brandstapels

Zugarramurdi, Baskenland, Spanje, Witches Museum. Daar werd mij de link tussen de heksen- en de Jodenvervolging duidelijk. Waarom werden de Joden eigenlijk vervolgd? Hitler noemde hen onberekenbaar, extreem. Ze waren zelf verantwoordelijk voor hun eigen kwaadaardigheid. Enfin, kortom, zat je op het gemak en het papier was op, het was de Jood zijn schuld, eenvoudig. Zonder proces zijn zes miljoen mensen vermoord, de grootste heksenjacht in de geschiedenis.

De heksenvervolgingen zouden zijn beëindigd tijdens de Verlichting, wanneer de mens het belang van de natuurwetten begon in te zien en wetenschappelijk begon te denken. Tegenwoordig weten we wel beter. Onze wetenschappelijke kennis kan bijna alles verklaren en we zijn veel sceptischer geworden naar bovenaardse krachten toe. En toch worden er dagdagelijks al dan niet grote brandstapels gebouwd die liggen te wachten om aangestoken te worden.

Er zitten 36 wachtenden voor mij in het muffe zaaltje, ik heb ze geteld. Een belastingbrief invullen is geen sinecure.

“Ei! Het is ollmolle de schuld van die vrimde he dat da zo lange duurt die verstoan da nie en den dienen ist ton nog geschjèt ook.”
“Ei! Ei em were zien zittn, Fanne, met zin leeg gat ip de terasse van café ‘t Gloazen Dak, en ol twee joar an den dop é, leegganger. Ze moesten ze ollomolle van den dop smittn!”
“Ei! Wadde, goan dedie die gin lief in kloagen? Da zin de gemakkelijkste weie ze moeten voar niemand zorgen alene moar voar ulder eigen, ze moetn nie zoagn, dan ze een lief zoekn é. Triestige plantn.”
“Ei! Wadde, ik geve kik niets an die bedeloars, tskint da ze viftig euro per dag iphalen! Dien verdient verdomme biekanst even vele gelik ik. En tis ollemolle voar pintn meet e kopen é. Dieven!”
“Ei! De die van ier rechtover, awel die zegt nooit nen goeiendag é, ik zeg het ui een echte hekse ist!”
“Ei! I say it to you é, ol die sombrerogasten aan den andere kant van de muur, druggebruikers, verkrachters en criminelen, ollemoale, ik zeg het ui é, ollemolle!”

Onder het mom van ‘politieke correctheid mijn kloten’ worden dagelijks verse droge houtblokken onder de voeten van onschuldigen en kwetsbaren geduwd. Van achter een computerscherm of een slimme telefoon worden losse woorden het luchtruim ingeschoten die een kant-en-klaar antwoord suggereren voor al dan niet wereldproblemen. Dat de lucifer niet zelden aan de bevolking wordt aangereikt door gezagsdragers en politici, baart mij hevige zorgen. Het vuur wordt verder aangewakkerd door al dan niet terechte angsten, jaloezie, afgunst en frustraties. Er moet toch een oorzaak zijn voor al het onheil in deze wereld? Maar natuurlijk, u kan gerust kiezen uit volgende lijst: homo’s, werklozen, Walen, bedelaars, vegetariërs, linkse ratten, albino’s, de roste van op de speelkoer, lesbiennes, daklozen, genderlozen, singles, luiaards, communisten, gesluierden en langharige theatermakers… vul gerust aan.

Inquisiteur Salazar was een moedige enkeling die geen heil zag in doden, straffen of verlossende kruistochten. Hij legde de zwijgplicht op. Er waren geen heksen vooraleer mensen er begonnen over te spreken, was zijn redenering. Een wijs man me dunkt. Stilte en rede lijken mij een alternatief voor het doosje lucifers.

Op een stille zwoele zomeravond komen tegen valavond de bij ons residerende vleermuizen hun dagelijkse rondjes vliegen. Hun vleugels klapperen heel snel en de ene haarspeldbocht na de andere wordt op een gracieuze manier genomen. Hun ingebouwde radar doet minutieus haar werk. In de handleiding ‘vlieginstructies voor bezemvliegen’ vind je talrijke af beeldingen van deze diertjes terug. Heksen, ze zijn nooit ver weg. Merci Julia voor jouw mooie heks aan de schoorsteenmantel, maar jammer van de Langestraat in Oostende.

Lieven Bossuyt