UIT DE FILM VAN DE WERELD

Mensen met te veel papieren, mensen zonder papieren. De nukken van de bureaucratie voeden menig artistiek werk. Het thema van onze Ne Woyzeck bracht Triene Nottebaere bij de film I, Daniel Blake. Na het bekijken ervan moest ze concluderen dat de realiteit de fictie nog steeds overtreft.

I, Daniel Blake is een een film van Ken Loach uit 2016. Het is een pakkend verhaal over gewone mensen die om één of andere reden de dupe worden van het kille mechanisme van een materialistisch ingestelde maatschappij. Een verhaal over verdwalen. Een verhaal uit de filmwereld, maar eigenlijk en beter gezegd is het er vooral een uit ‘de film van de wereld’.

Droomjob

Daniel Blake, een zestigjarige timmerman, raakt arbeidsongeschikt na een hartaandoening. Wegens bezuinigingsmaatregelen wordt hij door de sociale inspectie toch verplicht om te gaan werken, tegen het advies van de dokters in. Als hij dat niet doet, verliest hij zijn uitkering. Hij wil een beroepsprocedure starten maar wordt daarbij in zijn menszijn vernederd en raakt helemaal ontmoedigd door de confrontatie met kafkaiaanse regelgevingen en procedures. In het arbeidsbureau waar hij in de eerste plaats gewezen wordt op zijn plichten, ontmoet hij echter ook Kathy. Zij is een alleenstaande moeder met twee kinderen die gedwongen werd haar huis te verlaten en het nu met de weinige middelen die ze heeft moet zien te beredderen. Net als hij is ook zij het slachtoffer van een bureaucratische rompslomp die mensen buitenspel zet en in de armoede doet belanden. Maar ondanks alles zijn beide personages strijdlustig. Ze ondersteunen elkaar in deze maatschappij waar wegens gebrek aan solidariteit blijkbaar het recht van de sterkste geldt.

Reeds vanaf de beginscène grijpt de film me naar de keel. Je ziet geen beeld, je hoort enkel een absurd telefonisch vraaggesprek van een anonieme ambtenaar met Daniel Blake, waarbij zonder scrupules de intimiteit en de waardigheid van de ondervraagde geschonden wordt. Dit zet de toon voor de rest van de film.

Dat mensen soms onwaardig, als een ‘nummer’, een ‘geval’ behandeld worden is maar al te waar. Het is een realiteit, en niet alleen in films. Toen mijn schoonbroer, die gestorven is aan kanker, terminaal ziek was, moest hij nog naar de controlearts in Brugge. Uitgeput van het ongemakkelijke zitten in de auto kwam hij met mijn zus aan in het bureau waar een nors persoon achter glas drukdoende was met een collega. Van een vriendelijk of menselijk onthaal was hier geen sprake. Ze moesten zich zo goed als bijna ‘opdringen’ om te woord gestaan te worden, kregen een stempel en werden naar een gang verwezen waar ze enkel konden plaatsnemen op een harde houten stoel. Na een wachttijd die eeuwig leek te duren, deed een slordig ogende dokter de deur open en riep met heel luide stem de naam, terwijl er eigenlijk niemand anders in het kantoor aanwezig was… Hij stak zijn hand uit, waarop mijn schoonbroer dacht dat hij een handdruk wou geven en daarom ook zijn hand uitstak. Daarop trok de dokter zijn hand snel weg, alsof het een leprapatiënt betrof die voor hem stond. Hij zei kribbig: ”Neen, dit is het niet, ik wil enkel jouw dossier.” Na een tijdje kregen ze uiteindelijk een stoel aangewezen om te gaan zitten. De oudere dokter van dienst zei boe noch ba, keek op noch om, bladerde doorheen de papieren, mompelde dat mijn broer dan zeker best op vervoegd pensioen zou gaan, gaf het dossier door aan een collega die het verdict bevestigde met ”Ewel ja, zeker” en stuurde hen de deur uit. Zelfs dan kon een handdruk er niet van af. Met een verdwaasd gevoel reden ze huiswaarts. Ze hadden 35 kilometer ver gereden, waren een parkeerticket armer en al bij al drie minuten binnen geweest. Een woord noch een blik werd hen gegund. Op die manier eindigde de droomjob van een doodzieke man die een bezielde leerkracht was…

Ook het probleem van de gedigitaliseerde wereld komt in de film aan bod. Daniel moet een workshop volgen waarin hij zijn CV – curriculum vitae – leert opstellen zoals het hoort, en waarin hij leert om alles op de computer in te vullen, bij te houden, aan te vullen, te bewijzen, … Maar voor heel wat mensen van een ietwat oudere generatie is een computer een moeilijk te hanteren medium. En ook de wachtmuziekjes en de doorschakelingen bij telefonische gesprekken in de film zijn wellicht voor iedereen zeer herkenbaar.

Waarvoor sorry

Op een medische test scoorde Daniel ‘maar’ 12 punten, terwijl hij er eigenlijk 15 moest halen om in aanmerking te komen voor een ziekte-uitkering. Alleen dan zou hij gevrijwaard zijn van de verdere verplichte zoektocht naar werk, een zoektocht waarbij hij de hele film lang van het kastje naar de muur zou worden gestuurd. Weinig rekening houden met de mens achter de cijfers… het is helaas een realiteit voor veel mensen en het is niet verwonderlijk dat veel mensen die de weg zelf niet kunnen vinden, verdwalen in een doolhof van instanties, papieren, formulieren, attesten, bewijzen, regels en dossiers.

Het doet me nog aan iemand anders denken, ook uit mijn naaste omgeving. Door een arbeidsongeval meer dan twee jaar geleden werd mijn broer motorisch heel beperkt. Hij verbleef lange tijd in het ziekenhuis en had een revalidatieperiode van twaalf maanden. De nodige aanpassingen in zijn woning waren een hoge kost. Hij wou dus graag terug aan de slag maar de adviserende geneesheren verklaarden hem arbeidsongeschikt, aangezien hij na het voorval onder de noemer ‘invaliditeit’ viel. Zijn professionele rijbewijzen werden ingetrokken en daardoor werd zijn vast arbeidscontract nietig verklaard wegens ‘medische overmacht’. Ze konden hem geen ander, geschikt werk aanbieden. Doordat de verzekering het arbeidsongeval niet aanvaardt is hij momenteel aan de ziekenkas en moet hij met slechts een deel van zijn normale wedde zijn gezin onderhouden. Hij heeft op eigen houtje een procedure opgestart bij de rechtbank tegen de uitspraak met een pro-Deoadvocaat; nadien sloot hij zich aan bij een syndicaat zodat de zaak via hun advocaat kan verdergezet worden. Onlangs zou de zaak voorkomen, maar ze werd voor onbepaald aantal maanden uitgesteld omdat men “de betrokken partijen niet heeft kunnen samen krijgen, waarvoor sorry.” Intussen is hij zelf via alle mogelijke kanalen alle info gaan opzoeken over alles waar hij eigenlijk recht zou kunnen op hebben in zijn situatie, maar waar niemand zomaar iets over zegt. Melodietjes en melige stemmen via de telefoon zijn hem dus totaal niet vreemd en de bladzijden formulieren in zijn dossier stapelen zich op.

Na anderhalf jaar diende hij de vraag in bij de arbeidsgeneesheer om weer op de arbeidsmarkt te geraken in om het even welke aangepaste job. Het antwoord was negatief, waarop hij zich informeerde of hij in aanmerking kwam voor professionele revalidatie. Deze beslissing ligt blijkbaar bij de VDAB. Nu, zeven maanden later, heeft hij nog steeds geen antwoord.

Hij kwam ook te weten dat hij eigenlijk recht had op een premie wegens verlies van zijn rijbewijzen. Na ruim een half jaar opzoekingswerk, correspondentie en doktersbezoeken bij verschillende instanties heeft hij dat tenslotte bekomen. Hij startte een snelprocedure op om rijbewijs B terug te krijgen en kreeg na veel geloop een positief antwoord, mits de aankoop van een aangepast voertuig. Via een website heeft hij formulieren ingevuld voor een verminderde taks op dat voertuig. Het antwoord laat op zich wachten, alvast tot september.

Ook het bekomen van een parkeerkaart voor invaliden was geen sinecure. Bij de eerste aanvraag kreeg hij een negatief antwoord doordat hij één punt te weinig had voor mobiliteit. Hij ging hiervoor in beroep en een andere dokter keurde dit maanden later toch goed na een consultatie van amper drie minuten waarbij hij gewoonweg eens op de ene voet en daarna op de andere voet moest staan.

Hij deed eveneens een aanvraag om sociaal tarief te verkrijgen voor onder andere energiekosten, water en telefoon. Omdat hij 1,56 euro meer verdient dan het minimum inkomen komt hij niet in aanmerking. Als het ongeval de dag ervoor was gebeurd, was dit wel nog het geval, want de wetgeving daaromtrent was net veranderd. Doordat hij in een huurhuis woont, zijn er nog bepaalde zaken waar hij recht zou op hebben, dat is hij nog allemaal – zelf – aan het bekijken. Wat wel moet gezegd worden is dat de kinderbijslag automatisch werd verhoogd en dat bij de ziekenkas rekening wordt gehouden met de maximumfactuur. Ondanks alles houdt broer het hoofd koel. Hij wacht op goedkeuring om een cursus voor heroriëntatie te volgen en wil zich vervolmaken als vertaler-tolk.

Van wanhoop naar hoop

Een heel aangrijpende scène uit de film waar ik met een machteloos gevoel hoofdschuddend naar kijk, is het fragment over de voedselbank en de nasleep daarvan. Hier stort de dappere Kathy in van pure honger, en om iets te eten te hebben pleegt ze uit pure wanhoop een kleine diefstal in een winkel. Ze schaamt zich vreselijk. Tot ’iemand’ voorstelt om haar te ‘helpen’… De oplossing laat zich raden: om haar gezinnetje te kunnen onderhouden komt ze in de wereld van de prostitutie terecht. Haar intussen trouwe vriend Daniel helpt haar uiteindelijk uit deze helse toestand. Zij op haar beurt sterkt hem om zijn gevecht tegen de uitspraak van het arbeidsbureau verder aan te gaan, nadat hij niet meer kon voldoen aan de opgelegde eisen om een uitkering te krijgen en daardoor zijn huisraad moest verkopen. Daniel revolteert en besluit om elke dag een stukje straattheater te gaan opvoeren tot men naar hem wil luisteren. Hij zet zich voor het gerechtsgebouw neer nadat hij met graffiti op de muur ’Ik Daniel Blake… eis een datum voor mijn verzoek voor ik crepeer’ spoot.

De solidariteit van mensen onderling is een mooi gegeven in de film. Waar de overheid tekort in schiet wordt gelukkig, en hopelijk voor velen, gecompenseerd door mensen uit de omgeving of die in dezelfde situatie zitten. Zelfs al verliest Daniel uiteindelijk het leven door een hartaanval, de film is niet zwartgallig. De boodschap is er een van hoop door de warmte en de liefde voor de medemens, voor elkaar.

Triene Nottebaere

De film I, Daniel Blake kan je ontlenen in de Kortrijkse stadsbibliotheek