TOCH DE LIJSTER

Ivan Basyn

Tijdens het scheren en fatsoeneren vernam ik dat het twintig jaar geleden is dat het poëtische hart van Vlaanderens Grootste Dichter, de dichter die je goed moet vinden, gestopt is met werken. En dat dit dus gevierd of herdacht moest worden.

In een milde bui en wegens gebrek aan opslagruimte deelde de Staatsradio zo maar even twintig vrijkaarten uit voor een kunstzinnig gebeuren waarvan ik wist dat het een verplicht gespreksonderwerp zou worden in stamcafé Madeleine. Vlug verzamelde ik mijn wapens: snel schrijvende pen, voldoende inkt en enkele vellen A4. Maar mijn gespitste oren verslapten snel. Het was weer reclame voor Facebook. Wie geen lid was van het Grote Smoelenboek mocht, ja kon zelfs niet meedoen. En iedereen was lid, behalve diegenen die tijdens De Grote Schepping in het wijwatervat van de Juiste Waarheid te veel tegengesparteld hadden. In de kwaliteitskrant stond zoals gewoonlijk niets, behalve wat foto’s die drie vierde van de pagina in beslag namen, en niet te vergeten: de reclame voor de eigen winkel. Deze week enkele kratten wijn en elektrische fietsen. De hoofdredacteur gaf in een interview eerlijk toe dat de inkomsten uit de verkoop van hun ‘producten’ groter waren dan de inkomsten uit de verkoop van de krant zelf. De krant is een bijproduct geworden. Een reclamefoldertje.

Nieuwe nietszeggende woordjes

Ik luisterde onlangs naar een radioprogramma en bleef met een onbevredigd gevoel achter. Ik zocht de oorzaak van dit onbehagen en plots viel hij als een rotsblok op mijn ziel. Waarlijk, het wonder was geschied. Een gans uur zonder de nieuwe stopwoordjes ‘oplijsten’ en ‘toch’.
Niet alleen radio en televisie waren besmet. Het virus was ook al wijdverspreid bij de jeugd. Je kon geen zin meer horen of ze eindigde met ‘toch’. “Ik heb gezegd”, zei de Indiaan vroeger en hij rochelde er nog een ‘uch’ als verduidelijking achterna. Tegenwoordig zou men de Indiaan argwanend bekijken. Toch?

Wie ermee begonnen was, is verhuld in de nevelen van de taal. Feit is dat iedereen plots ‘oplijstte’. Van zodra twee letters waren uitgesproken, zei de voorzitter tot de secretaris “Kun je dat even voor mij oplijsten?” Nu heb ik een ingebouwd wantrouwen jegens lijstjes, behalve jegens Humo’s ‘Hitlijster’. Men neme de krant en na wat bladeren (en meer en meer reeds op de voorpagina) kom je ze tegen, de eendagsvliegen onder de lijstjes. ‘Hartstilstand doodsoorzaak nummer 1’; ‘Hondenbezitters leven langer’; ‘Drilboor bevordert groei van bonen’. De rest van het artikel bestaat uit een afzwakking van de schreeuwende titel en een niet bij naam genoemde studie geproduceerd door een niet bij naam genoemde universiteit in het buitenland. Niets te controleren, daar is het volgende lijstje en de volgende studie al. Geen na te trekken bronnen, de context is onduidelijk. Zijn de Walen lui en de Vlamingen noeste werkers? Alle Walen? Alle Vlamingen? Onlangs verscheen een artikel met het verhaal dat drie mannen met elkaar getrouwd waren, en dit in het oer-katholieke Columbia. Onwaarschijnlijk? Bleek dat de drie mannen niet gehuwd waren, maar een samenlevingscontract hadden afgesloten (wat ook in België kan). Zodat bij het overlijden van één van de drie de anderen elk levenslang bleven genieten van het pensioen van de overledene. Hoe een fait divers niet waar hoeft te zijn, als het maar gelezen wordt en liefst nog geloofd. En een beetje denken stelt de dood uit, ten minste volgens een studie aan een Iraanse universiteit.

Spreek opdat gij niet begrepen wordt

Nog een stoorzender zijn de moeilijke woorden. Ik kan er inkomen dat men technische zaken niet met eenvoudige woorden kan uitleggen. De wetten van de fysica zo uitleggen dat iedereen voldoende heeft aan zijn basiswoordenschat is niet mogelijk. Maar wat de geleerden en de leden van de clubjes (zoals politiekers) er soms van bakken, grenst aan het ongelooflijke. Het lijkt soms alsof men het met opzet doet. Zie eens hoe slim wij zijn. Als je het niet begrijpt, is het omdat het een zeer moeilijke en ingewikkelde zaak is. Wees blij dat wij het begrijpen en in uw belang optreden. Laat het maar aan ons over.

Een grappig item in ‘Het Nieuws Op TV’ is de stand-upcomedian. Alhoewel het scenario altijd identiek lijkt, heb ik toch een zekere evolutie menen te mogen ontdekken. In den beginne was er de specialist die enkele vragen werd gesteld, bij zijn antwoord niet onderbroken werd en na afloop gemeend bedankt werd. Hij bleef voor de rest van de uitzending op zijn stoel zitten. De lamp boven zijn hoofd werd gedimd. In een tweede fase is de specialist in het begin van de uitzending niet aanwezig maar verschijnt hij uit het niets op het moment dat zijn onderwerp aan bod komt. Alhoewel men bij de journalist enige irritatie kon bemerken wanneer de antwoorden lang en uitgeweid waren, werd er niet ingegrepen. De derde fase kent drastische veranderingen. De specialist krijgt een vraag aangereikt, krijgt amper de tijd een bedankje rond te strooien en wordt na vijf seconden met een tweede vraag door de journalist op zijn plaats gezet. Amper bekomen is daar reeds de derde vraag, waarop de journalist zelf het antwoord geeft. De specialist wordt in het duister door een assistent bij de arm genomen en naar de bar begeleid. De journalist neemt de uitzending over en leest de voorgeschreven teksten voor. Zijn enig aandachtspuntje is zorgen dat de juiste tekst bij het juiste prentje terechtkomt. Uiteraard met de passende mimiek.

Een grote vooruitgang was de correspondent ter plaatse. Men plaatste een collega die men ver van de echtgenote wil houden over naar een zo ver mogelijk gebied. Daar moet hij, gezeten voor een aftandse Sabena-poster met daarop een afbeelding van het Witte Huis in Washington, de indruk wekken dat hij er daadwerkelijk staat en dat het in Washington altijd herfst is. Om de aandachtige kijker te misleiden wordt tussen iedere vraag en antwoord enkele seconden stilte ingelast waarbij de man ter plaatse heftig met het hoofd staat te knikken. Na een tijdje herhaalt hij wat in de studio al driemaal is gezegd, of hij zegt dat de verbinding zeer slecht is. Hierna gooit een medewerker een emmer isomo bolletjes over zijn hoofd, zegt de redactrice die naarstig de Lotto-formulieren van de redactie aan het klasseren is nog vlug goedenavond, doet ze het licht uit en begeeft ze zich naar de bar.
Op de radio kan men moeilijk met prentjes werken. Daar kiest men voor de medewerker die het best met de lokale tongval kan spreken. Voorbeelden zijn de Britse en Nederlandse correspondent. Inhoudelijk zijn ze geen meerwaarde, maar goed voor de show. De Nederlandse correspondente had het minutenlang over een bierput in plaats van een beerput.

Kennen is kunnen is macht

Niets is wat het lijkt. Met primitieve middelen en desinformatie worden wij koest gehouden, voor de zot gehouden en zijn voetbal en wielrennen de waarheid. Macht is subtieler dan in de Middeleeuwen, maar allesomvattender. Wie de kennis heeft, heeft de macht. Digitalisering verspreidt kennis op uiterst eenvoudige manier. En we aanbidden de digitalisering, we willen ze, meer en nog meer. Tot iemand de stekker uittrekt en we beseffen wat we zijn: slaven aan de ketting, altijd geweest.

In het huis van mijn grootouders was er één stopcontact. De radio was ermee verbonden. Dat zorgde voor problemen want mijn grootmoeder had een elektrisch strijkijzer en de strijk moest soms onderbroken worden voor ‘Het Gesproken Dagblad’. Het Nieuws dus, maar in die tijd nog voor volwassenen. Betalingen deed mijn grootmoeder als de facteur een factuur had gebracht. Ze begon te beven als ze een ‘brief met een venster’ kreeg. Dat voorspelde niets goeds. Het scheren en fatsoeneren gebeurde met een vlijmscherp knipmes dat bij de start van de operatie met lange uithalen over een riem werd getrokken. Daar was geen elektriciteit voor nodig. Nu jaren later krijg ik nauwelijks post, reclamefolders niet meegerekend. Die met de ruitjes beschouw ik nog steeds als gevaarlijk. Maar uiteindelijk vallen ze nog mee. Electroboeren proberen ons domotica te verkopen. Je krijgt een digitale meter met veel knopjes waar je best af blijft. De handleiding zal je niet helpen. Zopas lees ik dat de Waterleiding zal overgaan tot het plaatsen van digitale meters. Groot voordeel is dat de waterstand niet meer moet worden opgetekend, alles is automatisch. Het zal wel iets kosten en de opnemer is zijn job kwijt.

De keuzelijst

Met mijn eerste pc kon ik brieven schrijven en er de fouten direct en vooral onzichtbaar uithalen, het ledenbestand van de vereniging bijhouden, enzovoort. Ik kreeg er een doos Engelstalige boeken bij, dat was de handleiding. Want niet dat de machine geen kuren kende. Zo bleef de interlinie steeds even groot, wat ik ook probeerde. Maar de machine was altijd de schuldige. Tot ik, met de handleiding in de hand, moest toegeven dat ze exact had gedaan wat ik haar had opgedragen.
Nu behoor ik tot het soort dat direct het stopcontact en de startknop zoekt en na enkele seconden al een vraag krijgt waarop hij geen antwoord weet. Ik kies dan maar optie A uit de keuzelijst, wat een mooi blauw scherm oplevert waar niets mee aan te vangen valt. Maar als je zoekt en zoekt, is daar plots het licht. En hop naar het volgende probleem. Uiteindelijk heb je aan je brief minstens tien keer zo lang gewerkt met de computer als met een klassieke vulpen. Dat heet vooruitgang.

Alles wordt steeds ingewikkelder, hoewel men het probeert voor te stellen alsof alles makkelijker wordt. Alsof iedereen op Facebook zit, een computer heeft en daar vlot alle instellingen beheerst. De belastingaangifte is quasi niet meer in te vullen zonder kennis van de fiscale wetgeving én een gespecialiseerd programma. Meer en meer krijgt onze maatschappij een tweedeling. Een klein groepje dat dan meestal nog in een beperkt onderdeel met de toestellen overweg kan. En daartegenover een massa die zich moet laten leiden door die minderheid. Ook hier geldt: wie heeft zal gegeven worden, wie niet heeft zal ontnomen worden.

Ivan Basyn