Stil aan de overkant?

Geert Six

Terwijl de wereld flirt met de donkerste dagen, zichzelf voorbij holt en buiten adem roept om een sterke hand, wil ik jullie meenemen naar de andere kant van de straat.
Waar mensen wonen die stilaan genoeg hebben van de jacht naar meer,
die de angstreflex en het daaruit volgende verlangen naar controle naast zich neerleggen.
Die zich niet langer krom willen werken voor instant geluk of vluchtig succes.
Ze beginnen zelfs de schouders op te halen voor al de georganiseerde ijver,
het vertier, het verwarrende schouwspel dat engagement durft te heten.
Sommigen lachen zich een breuk met de strapatsen van de politiek,
ze gieren om de zoveelste rage, om de trend van de dag.
Nee, dat soort getover, daar hebben die mensen het echt wel mee gehad.
Willen ze dan terug naar af ?
Zijn het nostalgische dwazen ?
Neen.

Beste publiek,

die mensen beginnen in te zien dat de werkelijkheid een andere aanpak vergt,
dat de toekomst mee door hen kan worden geplaveid.
Dat hun eigen keuzes even belangrijk zijn in die evolutie dan enkel die van de markt.
Ze kleuren op de rand van het systeem, of net daarbuiten.
Ze hebben er genoeg van.
Ze willen niet nog meer als anderen niets hebben.
Ze willen het anders.
Ze doen het anders.
Ze zijn anders.

Ze bouwen een nest voor hun klein verzet.
Ze zeggen ‘neen’ om hun broedplaatsen optimaal te beschermen.
Ze laten hun ideeën traag ontwikkelen in plaats van ze te vroeg te laten commercialiseren of recupereren.
Ze begrijpen dat hun koppige keuzes meer dienend kunnen zijn voor de samenleving als experiment dan als afgewerkt product.
Ze beseffen dat ze in een overgangsfase leven en dat hun voorbeelden niet onmiddellijk de norm hoeven te wezen.
Dat verandering iets is van lange adem.
Ze willen niet vernielen.
Ze willen creëren.
Ze willen de ogen niet sluiten.
Ze willen er openen.
Ze willen de samenleving niet de rug toekeren, maar ze willen
ze met open vizier en uitgestoken hand tegemoet treden.
Zijn ze met velen, vraag je?
Ah nee.
Hun keuzes zijn niet de meest voor de hand liggende, niet iedereen stapt mee op dat onzekere pad.

Zelfs ik, beste publiek, spring niet helemaal.
Zelfs ik krab in mijn haar.
Want, ik vind hun tegenroeien nog te veel papier-maché.
Hun eieren iets te zacht gekookt.
Hun poëzie te veel vintage.
Het mist nog scherpte, en abstractie.
Het kan nog te makkelijk worden genegeerd of weggeblazen.
Maar misschien is dat omdat ook ik stilaan blijf hangen aan een gekend recept.
Misschien sta ik iets te veraf van hun
ateliers en zit ik te veel in het mijne.

Maar niettemin.
Ik zie hun pogingen als het schudden en beven van een tijd.
Ik zie de zachte bries die ze veroorzaken als heilzaam.
Want hun werk is zacht.
Het streeft niet naar gewin of succes.
Het portretteert de mens en zijn wereld kwetsbaar, fragiel onvolmaakt.
Het beseft zijn beperking, zijn tijdelijkheid.
Het gaat er bewust mee om.
Dat kan dus alleen ‘zoeken’ heten.

Beste publiek.

Het mengen van kleuren is een eindeloze zoektocht.
En zie, daarin vinden we dan mekaar.
In het zoeken naar de juiste kleur schuiven onze ateliers in elkaar.
In die vrijplaats is een uur een ganse dag, is het sleutelen van ambachtelijke aard.
Daardoor raakt niets of niemand oververhit.
Kijken, luisteren en voelen zijn er wezenlijk onderdeel van de poëzie,
de verbeelding, de uiteindelijke abstractie.

In het atelier wordt tijd genomen om te slenteren door het hoofd.
Om eindeloos te prutsen in gedachten, in je rommelkot, in je moestuin.
Je worsteling met een woord krijgt er moeiteloos de juiste plaats in de zin.
Het kastje van je jeugd kan er in alle rust worden opgekalefaterd.
Je kunt er jezelf met het niets omhullen, met datgene dat opkuist, dat doet rusten, dat ververst.

Uit die ogenschijnlijke nutteloosheid wordt dan het nieuwe geboren.
Want het woord ‘repetitie’ wil toch vooral ‘proberen’ zeggen.
Boetseren van iets dat min of meer af is maar dat altijd voor verbetering vatbaar zal zijn.
Nooit helemaal af, altijd in beweging. Dat is niet erg. Dat heet evolutie. En dat horloge valt nooit stil.
Enkel traag schaafwerk baart schoonheid.
Zo lijkt mij de mens gemaakt, toch ? Alleen zo kan zijn werk vorm krijgen.

Beste publiek.

De straat is voor iedereen.
De ganse wereld passeert door de straat.
Een trage lange stoet op zoek naar een rustplaats.
Het staat iedereen vrij om de kant te kiezen
die hem of haar het beste past.
Maar de poorten van de ateliers worden niet gesloten.
De verbeelding werpt geen barricades op.
Een doodlopende straat kan geen optie zijn.


Geert Six