Een tocht langs de zijderoute

Frank Mulleman zwaaide corona uit en reisde naar Oezbekistan.

Op het goed geluk af

Het is zondag 9 oktober, namiddag. Natuurlijk kom ik deze keer te vroeg, dat is anders zeker mijn gewoonte niet, integendeel. Het is rustig op het vliegveld. Ja, ik vertrek op reis.

Het is de bedoeling, althans volgens het vliegtuigbiljet, om over te stappen in Istanbul en dan door te reizen richting Tashkent, de hoofdstad van Oezbekistan. Ik heb nog niks voorbereid, zoals in de goeie ouwe tijden, geen mails (want de mailbox wil niet werken, een technisch wonder bij mijn nieuwe provider Proximus). Dus op het goed geluk af! ‘k Voel me op slag bijna veertig jaar jonger als reiziger, ware het niet dat ik te kampen heb met enorm pijnlijke nekspieren. Het vliegveld van Istanbul zou een der grootste ter wereld zijn. Ik heb mijn 10.000 stappen rap gezet in de blinky supermarkt van de dutyfree. Want ik heb mijn verbinding gemist, door de vlucht met vertraging uit Brussel. Het is misschien beter zo, want om ergens uitgeschud te worden om vier uur ’s morgens, zo prettig is dat ook niet.

Dinsdag 18 oktober al. Het is een eeuwigheid, of het lijkt er toch op, dat ik vertrok uit een apenland zonder gas maar met geen kleine energiefacturen. Twintig jaar geleden reisde ik ook al met de nachttrein. Maar de trein Moskou-Sint-Petersburg was een luxe uitvoering in vergelijking met deze hier. Hier glijden mijn vingers over het toetsenbord van de tablet op de kadans en het geschud van de trein. Dit is echt reizen!

Voor je met de trein kan reizen, bemachtig je een ticket. Dit kan via internet, of soms in je hotel. Maar echt naar het station gaan is pas superspannend. Zelfs in het loket waar de toerist wordt gediend is Engels een probleem, en ik geef toe, mijn Oezbeeks en Russisch is nu ook niet om hoog mee van de toren te blazen. Dus probeer je het nummer van de trein op te zoeken, de dag en eventueel het uur waarop je wil vertrekken, welk een ticket je wenst. Zo lukt het. Maar het blijft spannend. Hoe is de sfeer nu op zo’n nachttrein. In economy class ziijn er geen compartimenten, dat is dus een open trein met aan de ene kant vier stapelbedden en in de lengte nog twee. We slapen dus in groepjes van zes, geen scheiding tussen vrouwen, mannen en kinderen. Enkelen kunnen een beetje Engels, “Your country? Your name?” – “Belgium” en “Frank”’. Hazard, Courtois en nog veel andere voor mij onbekenden worden opgesomd. Hier zien ze ons graag met alle bekers naar huis gaan. Soms zie je rare dingen – 21u45, tijd om uw schoenen op te blinken, zou de smartphone al een platte batterij hebben?

Père-Lachaise

In Tashkent ging ik naar het plaatselijke Père-Lachaise. Grote tombes, bustes van figuren met macht en kapitaal. Voor hen is er rond de begraafplaats een hoge sterke muur gebouwd. Het volk wil hen niet terug. De gewone man zit hier verstopt, alleen of met meerderen, onder een berg aarde. Dat kan je zien aan een betonnen paaltje met nummers erop. Fabeltjes maken ons zelfs wijs dat iedereen gelijk geboren is. Over de middag eet je ‘plov’, een rijstschotel, liefst met gekookt vlees, op zijn Oezbeeks, met thee en salade. Het is lekker en je bent goed voor enkele uren. Vegetariërs hebben hier weinig keuze.

Samarkand, een der grootste heiligdommen van de islam, is mooi om te bezoeken. Hier is de islam zoals hij moet zijn, tolerant. Op het Registan, het grote plein in het midden van Samarkand, kan je op een terras een pint drinken. Ondertussen vallen de blaadjes van de druivelaar, dus is het al duidelijk kouder dan twee weken geleden en ben ik in Khiva, de derde stad in Oezbekistan. Ook dit is een heiligdom van de islam, naast Bukhara en Samarkand, en erkend als Unesco werelderfgoed, met een oud stadsgedeelte met minaretten, moskeeën en madrassen. Dat zijn universiteiten waar ze naast de koran uitpluizen ook sterrenkunde en wiskunde bestudeerden. Je waant je werkelijk in de tijd van de Caravanserai, de rustplaatsen op de zijderoute tussen China en de Middellandse Zee.

Den truc van het tafellaken

Ik sukkel hier een restaurant binnen, een ‘chique boite’. Aan de tafel voor mij zit volk dat een placement doet voor een rappe internetkabel, zo te zien aan hun kostuum. Ze nemen het ervan, weg van vrouw en kind, de firma betaalt de kosten. Bij de mannen van de telefoonleidingen gaan de flessen vodka, zoals altijd, onder het wikkelende tafellakken door. De man aan het kleine tafeltje, ik dus, moet zeker oordelen over de smaak van de vodka. In feite kan je hier gratis op restaurant gaan, ze bestellen altijd te veel en dan moet je mee aan tafel. Zo gastvrij en toch kunnen we niet praten, maar wel over voetbal. Hazard maakt het beslissende doelpunt, recht voor de raap. Met de steun van de Oezbeken zijn we wereldkampioen! Als Courtois maar, samen met de verdediging, zijn werk goed doet! Oezbekistan en apenland, wij steunen onze nationale ploeg!

Ecologische ramp

De Aralzee, ooit de vierde grootste binnenzee ter wereld, hebben ze van 1960 tot heden kunnen reduceren van 68.000 vierkante kilometer, dus meer dan twee keer België, naar een kleine 6.800 vierkante kilometer, zo’n twee en een half keer West-Vlaanderen. De roep naar meer katoen en meloenen, gewassen die enorm veel water nodig hebben, zorgde voor de aanleg van meer en meer irrigatiekanalen, waarvan vele in slechte staat, die de Aralzee zijn water ontnamen. Vanaf 1960 zakte het waterpeil met meer dan twintig centimeter per jaar. In 1972 moest de visvangst noodgedwongen haar activiteiten staken. De visindustrie werd ingeblikt. Dus geen vis meer om in te blikken. De kweek van muskusratten moest ook de schop op. Nu is de bodem van de zee een zandvlakte met zeeschelpen. Er zijn meer en meer zandstormen en de vissersboten liggen te roesten in het zand. Klimaatverandering in de regio, goed voor het toerisme? En er is aardgas gevonden, vandaar de wirwar van ondergrondse gasleidingen en overslagstations. Leve de vooruitgang!

Voor zijdeproducten moet je dus hier zijn. Samarkand is gekend voor zijn handgeknoopte tapijten in zijde. Een tapijt van twee op anderhalve meter is een werk van bijna een jaar. Dat is natuurlijk duur en er is veel concurrentie van machinaal geweven tapijten. Maar je moet een kenner zijn om het verschil te zien. Voor zijde verwerkt in textiel moet je dan weer in Margilan zijn. Onderhandelen is de boodschap!

Zo, eindelijk nog ne keer op reis, andere culturen opsnuiven en proeven. Voor mij hoeft Covid niet meer!

Frank ‘ergens in het luchtruim van Turkije’ Mulleman