De Wolvendreef

Miep Lambrecht houdt zich vast aan de takken van de bomen.


In de Wolvendreef wonen prinsen, prinsessen, graven en gravinnen.
Hun kreeftensoep eten ze met zilveren lepeltjes.
De wolven zitten er verstopt in de grachten, onder de statige bomen
en in de verhalen van de prinsen, prinsessen, graven en gravinnen.

“Hun stront is even bruin als de onze”, zou mijn oma zaliger gezegd hebben.
Bij gebrek aan een wit paard gaan ze elke dag wandelen met een witte hond.
En ja, ook de stront van de witte hond is even bruin als die van de bruine hond.

De hangmatten hangen er prinselijk en statig te hangen, tussen de torenhoge bomen.
En ja, ook de prinsen, prinsessen, graven en gravinnen blijven dromen van een toekomst zonder zorgen.
Zorgeloos. Zoals een toekomst hoort te zijn.

We houden ons intussen vast aan de takken van de bomen,
in de straat, in het park of in de Wolvendreef.
Zoals Mieke ook deed. Mieke hield zich vast aan de takken van de bomen.

We blijven vasthouden, laten niet los en blijven dromen.
Van hangmatten tussen bomen, van zilveren lepeltjes en van elke
dag koffie met taart en slagroom.


Miep Lambrecht